Ik las in mijn vroege tienerjaren het weekblad ‘De Arend’. Een stripblad voor jongens (dat kon je toen nog maken), waarin Daan Durf, de piloot van de toekomst, het opnam tegen de Mecon, een buitenaards en vooral gevaarlijk wezen. Mijn ouders hadden geconcludeerd dat er geen onwelvoeglijke woorden in stonden. Daarmee was voor hen de kous af.
De strips werden getekend door Frank Hampson. Eerlijk gezegd is me dat destijds nooit opgevallen. De strips hebben zich in mijn geheugen genesteld. De tekenaar niet.
Hampson was een Engelse striptekenaar die – afgezien van de Arend - bekend werd in Nederland met zijn strip ‘In die dagen in Judea’[1] Daarbij maakt hij van het bijbelverhaal vooral zijn eigen verhaal. Met alle stereotypen over joden die je maar bedenken kunt. Zie de bijgevoegde illustratie. Die plaatjes blijven hangen. Of restanten ervan. Bij elkaar bouwen ze een beeld bij je op, waarvan je nauwelijks meer afstand kunt doen. Zoals de kinderverhalen die Ewoud Sanders in zijn proefschrift beschrijft.[2] De samengevatte boodschap daarvan is: ‘Er is maar één goede jood en dat is een bekeerde jood.’ Dat wordt er bij de kinderen ‘ingedruppeld’.
Dezer dagen vond men het nodig in een Haarlemse kerk de oorspronkelijke versie van ‘The Lord of the Dance’ te zingen. Daarin gaat het over Jezus, die zelf vertelt wat hij meemaakt met ‘the holy people’, met de joden, als hij op sabbat een lamme geneest: en jawel:
I danced on the Sabbath and I cured the lame:
The holy people said it was a shame.
They whipped and they stripped and they hung me on high,
And they left me there on a cross to die.
Hoe bedenk je het om dit lied in een christelijke kerk te laten zingen. In het ‘Liedboek, zingen en bidden in huis en kerk’ is een nieuwe tekst van Ben Sleumer opgenomen (lied 839). Gelukkig heeft hij zijn eigen weg gekozen en alleen het raamwerk van de dans laten staan. Maar zolang er nog ‘Ze sloegen me en trokken m’n kleren uit en hingen me hoog aan een kruis op, en daar lieten ze me achter om dood te gaan' in christelijke kerken gezongen kan worden, en zolang er nog strips van Hampson in je achterhoofd dwalen, is er voor het OJEC nog werk aan de winkel.
Piet van Midden, vz OJEC
[1] Uitgeverij Oberon, 1982. De strip heb ik overgenomen uit de dissertatie van Willem van der Meiden, Zoo heerlijk eenvoudig’ De geschiedenis van de kinderbijbel in Nederland, 2009. Van der Meiden geeft een doordachte analyse van Hampson’s werk.
[2] E. Sanders, Jeugdverhalen over jodenbekering, 1792-2015,